Niets om te onderrichten // Woorden en stilte
Mondo met Sengyo Van Leuven – Saint Thierry – mei 2015
Hoe meer ik zazen beoefen hoe minder ik begrijp wat ‘zazen beoefenen’ betekent. Ik heb de indruk dat wanneer ik zazen beoefen de dingenbuiten mijzelf om gebeuren. T.t.z. soms zijn er gedachten die komen, soms is de geest volledig helder, open voor alles wat rondom mij gebeurt.
Antwoord Sengyo: Inderdaad. Het is effectief zoals je zegt, het is niet door onze wil dat de dingen zich voordoen.
Maar wat moeten we dan onderwijzen?
Antwoord Sengyo: Niets,. Niets want we kunnen niets onderwijzen. Iedereen moet dat voor zichzelf realiseren. Diegene die onderricht geeft kan dat niet realiseren voor anderen. We onderwijzen zaken zoals de juiste houding, de houding van het Ontwaken, hoe te ademen, welke geesteshouding aan te nemen, de geestestoestand, de gedachten laten voorbijgaan, niet oordelen, altijd de handen openen, loslaten, terugkeren naar het lichaam en door die terugkeer het lichaam altijd los te laten, lichaam en geest loslaten en de Weg realiseren.
Ja, soms keren we zonder stoppen terug en realiseren we zonder stoppen, maar soms laten we ons meeslepen ...
Antwoord Sengyo: soms worden we meegesleept in de illusies van het ‘Ik’. Met de ervaring van de beoefening worden we er ons steeds sneller bewust van dat er die val is, waarin we gevallen zijn, maar dat is niet het gevaar. Het echte gevaar is dat we het niet zien. En het is daarom dat we ons toevertrouwen aan een gids, aan een meester tijdens ons leven, we oefenen zo lang mogelijk met onze meester. En zelfs wanneer onze meester er niet meer is, dan moeten we voorzichtig blijven op de Weg en ons altijd in vraag blijven stellen. Niet zelfvoldaan of vol zijn van zichzelf, bescheiden blijven en juist ‘niet-weten’. Dat is het beste antwoord dat we kunnen geven: ik weet het niet. Want, effectief, ik weet het niet.
Waarover ik wel kan praten, is over de opgedane ervaring. Dat is mijn onderricht. Ik kan over niets anders praten. Ikzelf kan over niets anders praten. Het is het loslaten van zichzelf dat men realiseert. En deze realisatie laat zich doordringen van deze ervaring. Daar onderwijs je. Dus wanneer je steeds minder weet wat zazen is, dan betekent dat ergens dat je op de juiste weg bent. Dit wil zeggen dat alle zekerheden, overtuigingen, concepten beginnen weg te vallen, niet zo zeker of welbepaald meer zijn.
Dat wil ook zeggen dat er een grote opening is. Dat is effectief wat we moeten zien. Dus maak je niet ongerust, we zijn hoe dan ook nooit klaar, we zijn ook nooit aangekomen op het einde, het is altijd het hier en nu realiseren, actualiseren. We moeten eeuwig verder doen, dat is de gelofte die we doen als bodhissattva. En zelfs wanneer dit lichaam zich loslaat dan gaat de gelofte verder. Waarbij wanneer de vier aggregaten zich terug samenvoegen, die gelofte opnieuw aanwezig is en waardoor die vereniging opnieuw de Weg ontmoet. En wijzelf, ogenblik na ogenblik, van geboorte tot de dood, op elk ogenblik van ons leven, wij doen de gelofte om terug te komen, om voort te gaan met beoefenen, voorbij te gaan op de andere oever.
We moeten mensen niet naar de andere oever transporteren. We moeten plaatsnemen op de andere oever en van daar vertrekken om te handelen voor deze oever. T.t.z. in feite is er geen andere oever, dat is alles, er is nergens naartoe te gaan, juist het hier en nu realiseren, het is zazen die zazen beoefent, er is geen ‘ik’ in. Veel geluk en een goede verdere beoefening!
In Zen zijn er tegelijk de stilte en de woorden. Woorden gaan voorbij, gedachten die door ons heen gaan door de stilte, dan zijn er de woorden van diegene die de zazen leidt, de kusen. Welke plaats moeten we geven aan die woorden, aan de gedachten en aan de stilte?
Antwoord Sengyo: de woorden van het onderricht ontstaan in de stilte. Het gaat niet over een intellectuele masturbatie. Dat moet je goed begrijpen anders wil dat niets zeggen. Wanneer men zich wijdt aan de commentaren en aan zuiver intellectuele reflecties dan hebben die geen enkel nut. En overigens, op dat moment kan men niet meer onderwijzen. We kunnen alleen maar onderwijzen wat we zelf gerealiseerd hebben. Dat is wat Sensei (Meester Roland Yuno Rech) me altijd zei. En dus komt het onderricht werkelijk uit de stilte. Het is niet mijn persoon die aan het praten is. Ik ben het wel degelijk die aan het praten is, het is niet iemand anders, maar het is niet ik. Begrijp je dat?
De bron van woorden is de stilte?
Antwoord Sengyo: ja, ze vinden daar hun oorsprong, in de beoefening, op wat we realiseren op dat moment en op dat moment voelen we, hoe de barrières een beetje wegvallen, we zien goed waar de vallen zijn, hoe iemand aan het struikelen is. Dat voedt het mededogen om te beschermen en te leiden, maar niet om te straffen of om uit te lachen of om ongezonde opmerkingen te maken, maar uitgaande van een zeer groot mededogen dat ontstaan is uit onze bodhisattvageloftes, dat alles zo goed mogelijk de voorschriften volgend. De voorschriften zijn daar om ons in ons dagdagelijkse leven te leiden. Maar alles moet gezien worden in zijn juiste waarde, in het juiste licht.
Want er zijn veel geschriften, van bijvoorbeeld Dogen, Boeddha, ...
Antwoord Sengyo: ja, inderdaad. Zij zijn zeer vruchtbaar maar het is juist omdat de ervaring zo moeilijk is om uit te leggen dat er zoveel geschriften zijn. Duizenden schrifturen over het hetzelfde onderwerp. En we kunnen ze lezen en herlezen en telkens weer aanhoren, dat gaat ons echter niet raken tot het moment waarop alles samenvalt. Deze samenloop is goed om te begrijpen en dan gaat iets wat we al duizenden malen voordien gehoord hebben, tot ons doordringen, we ontwaken daardoor. En dat kan alleen maar op dat specifieke moment, niet vroeger niet later. Dat is alles.
Tags: Sengyo Van Leuven